
Jurisprudentie
BG4532
Datum uitspraak2008-11-07
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/4372 WAO
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-11-18
RechtsgebiedSociale zekerheid
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/4372 WAO
Statusgepubliceerd
Indicatie
De kosten van de door Instituut Psychosofia uitgebrachte rapporten komen niet voor vergoeding op voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in aanmerking. Begrip deskundige.
Uitspraak
06/4372 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Naam appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 12 juli 2006, 05/6256 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 7 november 2008
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het geding is behandeld ter zitting van de Raad op 26 september 2008, waar appellant en zijn gemachtigde met voorafgaande kennisgeving niet zijn verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door W.L.J. Weltevrede.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij brief van 29 augustus 2008 heeft de gemachtigde van appellant aangegeven dat het hoger beroep zich beperkt tot de in de aangevallen uitspraak vervatte afwijzing van het verzoek van appellant om vergoeding van de kosten van de door hem ingebrachte rapportages van mevrouw Verhage, directrice van Instituut Psychosofia, Centrum voor Spirituele Geneeswijze en Spirituele Dans.
2. Bij uitspraak van 13 april 2005, LJN: AT4323, heeft de Raad, kort samengevat, overwogen dat de kosten van de door Instituut Psychosofia uitgebrachte rapporten niet voor vergoeding op voet van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in aanmerking komen. Dit oordeel is door de Raad nadien bij vele uitspraken - waarbij mr. De Jonge als gemachtigde optrad - herhaald.
2.1. De Raad ziet geen aanleiding in dit geschil tot een ander oordeel te komen. Het hoger beroep slaagt dan ook niet. De aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten, dient derhalve te worden bevestigd.
3. Voor een proceskostenveroordeling acht de Raad geen termen aanwezig.
. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten.
Deze uitspraak is gedaan door J.W. Schuttel. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M. Lochs als griffier, uitgesproken in het openbaar op 7 november 2008.
(get.) J.W. Schuttel.
(get.) M. Lochs.
RB